Topsporter zijn is een beroep. Dat betekent veel tijd en energie investeren om bijzondere prestaties te kunnen leveren. Het werk van Florien Reesink bestaat gedurende de week uit gerichte trainingen. Hoe ziet een gemiddelde trainingsweek er bij haar club SC Potsdam uit? Welke type trainingen werkt ze af? En hoeveel tijd nemen ze in beslag?
‘Van januari tot en met juni ben ik niet of nauwelijks thuis geweest. ‘Het is fijn om weer even in een vertrouwde omgeving te zijn en alle indrukken die ik heb opgedaan rustig te verwerken’, begint ze terwijl ze een slok van haar cappuccino neemt. ‘In januari van dit jaar vertrok ik binnen een paar dagen naar SC Potsdam. De Duitse competitie was er al halverwege. Sinds dat moment is het een aaneenschakeling van trainingen, wedstrijden en toernooien geweest. Een enorm leerzame periode, waarin ik op meerdere vlakken ben gegroeid. Uiteindelijk heb ik niet veel gespeeld, maar wel veel trainingsuren op een hoog niveau kunnen maken. Dat neem ik mee naar de zomer met het Nederlands team. Het buitenlandse avontuur smaakt naar meer!’
En door
Half mei zat de Bundesliga er voor haar op. De vierde wedstrijd in de finale om de Duitse landstitel ging naar Allianz MTV Stuttgart, dat daarmee het kampioenschap prolongeerde. Een paar dagen later stonden de eerste trainingen ter voorbereiding op de Volleyball Nations League (VNL) al op het programma. Het was voor de derde keer dat ze het zomerprogramma met de nationale selectie heeft meegedraaid. In de VNL wisselde Florien de liberopositie af met Kirsten Knip.
Even op adem komen
Nu komt ze even op adem, heeft drie weken vrijaf. ‘Niet dat ik dan helemaal stil zit, want minimaal vier keer per week doe ik aan krachttraining. Iedereen heeft een gedetailleerd trainingsschema gekregen om fit aan de voorbereiding op het EK te beginnen.’ De Europese kampioenschappen worden dit keer in vier landen gespeeld: België, Duitsland, Italië en Estland. Voor Nederland start het toernooi op 17 augustus in Estland, waar ze het naast het gastland opnemen tegen Spanje, Slowakije, Frankrijk en Finland.
Ambitieus en doelgericht
Het doel op de korte termijn is duidelijk: de Europese kampioenschappen. Kijkt ze wat verder vooruit dan zijn de Olympische Spelen in Parijs in 2024 een stip op de horizon. ‘Daar zet ik op dit moment alles voor opzij. Daar wil ik in de zomer van volgend jaar staan met het Nederlands team.’
De dagen die ze in Azië heeft doorgebracht waren ingericht met ontbijten, trainen, video-analyses, lunchen en rusten. ‘Op een wedstrijddag kwamen we anderhalf uur voor aanvang in de hal, de technische staf leidde een uur voor het eerste fluitsignaal de wedstrijdbespreking.’ In de wedstrijden die ze binnen de lijnen kwam, kreeg ze in verdedigend opzicht 117 ballen te verwerken. Meer dan de helft bracht ze tot een goed einde. Het aantal services dat ze op haar af kreeg gevuurd, tikte net de honderd niet aan. ‘Ik kijk met een tevreden gevoel terug op de wedstrijden die ik heb gespeeld en mijn bijdrage aan de resultaten van het team.’ De ploeg van bondscoach Felix Koslowski won vijf wedstrijden, verloor zeven duels en eindigde daarmee op de 12e plaats.
